CvB 19-04 | Wanneer is sprake van een professionele relatie? De pedagoog bleef niet binnen de grenzen van collegiale consultatie
In deze zaak was de pedagoog in de veronderstelling dat hij handelde als consulterend collega en dat toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger niet nodig was.
Het oordeel van de colleges was anders. Er speelde een conflict tussen de wettelijk vertegenwoordiger en de zorginstelling. De pedagoog had uit de omstandigheden van het geval moeten kunnen begrijpen dat het de instelling niet zozeer leek te gaan om de ondersteuning van het team, als wel om een nadere onderbouwing te krijgen om de zorg aan cliënte te beëindigen. De facto was sprake van een professionele relatie waarvoor hij toestemming nodig had.
Het College van Toezicht heeft de klacht ambtshalve aangevuld. De rapportage van de afname van de SEO-r voldoet niet aan de eisen van artikel 37 van de Beroepscode. Er is geen vraagstelling geformuleerd en het doel en de beperkingen van de verzamelde gegevens zijn niet aangegeven.
De pedagoog heeft met zijn handelen de betrokkenen in het systeem niet op gelijkwaardige wijze behandeld door zijn rapportage te laten gebruiken voor een ander doel dan hij aanvankelijk voor ogen had.