CvB 21-02 | Pedagoog kwam in de knel tussen de opdracht van de G.I. en haar eigen positie als vertrouwenspersoon
De kinderen van appellante zijn onder toezicht gesteld. Verweerster is met het oog op het contactherstel met vader in opdracht van de G.I. exposure therapie gestart met de dochter van appellante.
Appellante is in beroep nog steeds van mening dat verweerster een vertrouwensbreuk met haar dochter heeft veroorzaakt en dat verweerster appellante zeer onprofessioneel en respectloos heeft behandeld.
Het College van Beroep kan niet constateren dat er na de kennismaking met de dochter geen vertrouwen was van de dochter in verweerster.
De dochter neemt onaangekondigd haar oma mee naar het eerste gesprek met vader.
Verweerster moest zowel met de dochter als met oma in discussie om het gesprek door te kunnen laten gaan. Verweerster heeft erg veel druk uitgeoefend op de dochter om de ontmoeting aan te gaan.
Het College van Beroep oordeelt dat verweerster in de knel gekomen is tussen de opdracht vanuit de G.I. en de voorwaarde bij het exposuretraject dat zij de dochter in haar rol van neutrale vertrouwenspersoon een gevoel van veiligheid kon bieden.
Tijdens enkele gesprekken hierna uitte appellante verwijten aan het adres van verweerster en verweerster gaf bepaalde kwalificaties aan de houding van appellante. Een inhoudelijk gesprek bleek niet mogelijk.
Het College van Beroep beoordeelt de uitspraken van verweerster in de context van de gesprekken niet als grensoverschrijdend gedrag.